zondag 12 januari 2014

Verwerkingsopdracht woordenschatschrift periode 1

Verwerkingsopdracht:

Er was eens een prosituee genaamd Leentje, het was een heel mooi meisje, ze had lang zwart krullend haar tot net boven haar billen en haar figuur was om van te dromen ze was een allochtoon. Iedere dag ging ze naar de sportschool waar ze alle mannen van hun werk af hield. Ze was ook graag te vinden in de bibliotheek want ze vond lezen heel erg interessant. Ze had eigenlijk wel genoeg van haar werk en was op zoek naar een echte man om de rest van haar leven mee te delen, misschien wel een astronaut, psycholoog of makelaar als het maar een man was met een goede baan. Ook moest het een knappe man zijn het liefst een beetje een dominante man want zelf was ze ook best dominant.  Op een dag was ze Vip op een feestje met allemaal rijke mensen, ze dronk heel veel champagne  met bubbels en ze ging op haar intuïtie af daardoor zag ze daar de knapste man die ze ooit in haar leven gezien had. De man was getint, lang, had groene ogen en bruin/blonde krullen, ze kon haar ogen niet van hem af houden zo mooi was hij. Ze ging dus al gauw naar hem toe om een praatje met hem te maken maar net toen hij naar haar keek struikelde ze over een paddenstoel die op de grond gevallen was en maakte ze een vliegende salto door de lucht. Wat een oelewapper  was ze toch ook, moest ze net op dit moment voor schut staan. De man schoot haar al gauw te hulp en ze moest onmiddellijk blozen, dat krijg je als je lam bent. ‘pff hebben ze hier geen ventilatie ofzo, het is hier zo warm ineens’ giechelde ze. De man droeg bretels iets waar Leentje ook een zwak voor had. ‘Niet denken dat ik een zeurkous ben hoor’ giechelde ze weer. Ze pakte een wasknijper van tafel, deed haar truitje naar boven en zette het vast met de wasknijper. De man begon te fluiten ‘fjiet fieuw, wat een lekkerding’ zei hij. Ondertussen kwamen er al allemaal mannen in zwarte pakken aangerend de beveiliging had gecommuniceerd  via een walkietalkie. ‘ik heb geen hulp nodig hoor, ik heb al hulp’ schreeuwde leentje. ‘Zo, dus wat is jou beroep?’ Vroeg ze. De man zei dat hij een jurist was. Ze vonden elkaar super leuk en kregen al gauw een relatie, dat was het einde van Leentje haar werk als prostituee en ze leefde nog lang en gelukkig. The end <3






















Geen opmerkingen:

Een reactie posten